ZO BLIJ ALS EEN KIND DAT SCHILDERT
Als een klein kind begint met zijn eerste bewegingen op papier is het als een avontuur: dat spoor dat van je handen komt – wát een beleving. Juist de allerkleinsten ontroeren ons vaak door hun vrije manier van doen, iets wat we later maar al te vaak blijken kwijt te raken. Maar waarom eigenlijk? Hoe komt het dat de meesten van ons tegen de tijd dat we ‘volwassenheid’ bereiken zullen zeggen ‘ik kan eigenlijk niet tekenen’?
Wanneer een kind met een potlood op een papier sporen maakt, of een kwast kan vasthouden en schildert ervaart het zichzelf als iemand die competent is. Geheel spontaan en met al het plezier dat erbij hoort.
In de Schilderruimte zien we het kind niet als ‘minder dan een volwassenen’ of ‘een mens die nog in wording is’. We zien het kind als een persoon die zijn of haar volle potentieel nog tot zijn beschikking heeft. Het is iemand die zich als de juiste persoon op de juiste plaats ervaart. Dìt is wat ons ontroert als we kinderen zien tekenen.
Als we als volwassenen denken dat we ‘eigenlijk niet kunnen tekenen’, dan denken we misschien aan iets wat technisch niet lukte, of de ideeën die maar niet komen – maar wat we eigenlijk kwijt zijn is die spontane flow die ons als kind wel eigen was. De vraag dringt zich op of deze spontaniteit niet beter en duurzamer kan worden beschermd?
HET SCHILDERSPEL (PLAY-OF-PAINTING™)
“We gingen ervan uit dat spelen een secundaire activiteit was, we degradeerden spelen tot vrijetijdsbesteding – op de officiële ranglijst van waarden staat leren bovenaan, spelen onderaan. Maar de natuur heeft ons niet zomaar met het vermogen om te spelen begiftigd: het is het meest verbazingwekkende, effectieve, relevante en plezierige hulpmiddel voor het ontwikkelen van de hersenen – dat wil zeggen leren – dat ooit is uitgevonden.”
André Stern, Werde was du warst, Manifest für eine Ökologie der Kindheit
Schilderen in de Schilderruimte betekent schilderen op een plek die precies zo is ingericht dat spontaniteit en spel niet worden onderbroken. Het gaat puur om het plezier van het schilderen, maar niet om het schilderen van een werk voor ‘een bepaalde gelegenheid’ of ‘voor iemand’. Denk ook hier weer aan een klein kind dat diep in zijn spel is – dat spel is er om gespeeld te worden. Een kind is niet bezig om een project te ontwikkelen, het beleeft een ontmoeting. Dat kind zou geen afstand nemen van deze ontmoeting voor een goede meta-analyse van het proces.
Dit is ook hoe we hier het schilderen benaderen.
Als je op die manier schildert sta je in een ongebroken contact met de kern van je potentieel. En als dit vaag in je oren klinkt – kunnen we je beloven dat de realiteit in de Schilderruimte zeker niet vaag is, maar zeer concreet. De sfeer is vrolijk en geconcentreerd, licht en serieus.
De werken worden hier gearchiveerd ‘als in een schatkamer’ en je kan ten alle tijden in je map komen kijken.
ARNO STERN
EN DE CLOSLIEU IN PARIJS
Arno Stern (1924-2024) werd in Duitsland als zoon van joodse ouders geboren en was tijdens zijn kindheid met hun op de vlucht. Na de oorlog begon hij te werken in een weeshuis in Parijs, hij verzorgde daar de naschoolse activiteiten. Hij liet de kinderen in eerste instantie schilderen zonder enig idee van zijn taak. Zijn eerste ervaringen deden hem echter snel het belang van dit spel inzien – en ook dat het de juiste omstandigheden zou vragen. Sommige elementen die later integraal deel uitmaakten van zijn atelier werden aanvankelijk om praktische redenen gecreëerd, zoals het schilderen op de muren, omdat dit meer ruimte bood voor meer kinderen. Pas later realiseerde hij zich dat juist deze beschermende muren een grote invloed hadden op de sfeer in zijn atelier.
Een paar jaar later, nadat ik het kindertehuis had verlaten, opende ik een atelier in de stad waar ik veel kinderen ontving, jong en oud, zelfs mensen die geen kind meer zijn, maar die vrij wouden spelen en hun zorgen vergeten – en die alles wat hun geleerd was over hoe ze moesten schilderen uit de weg wilden ruimen. Ze hervonden hun spontaniteit. Ze namen het spel serieus en vonden er plezier in om het met de kinderen te delen. Zo werd de Closlieu geboren.
DE FORMULERING
Arno Stern heeft in zijn leven meer dan een half miljoen schilderijen zien ontstaan in de specifieke setting van de Closlieu. Daarbij zag hij dat bepaalde vormen en beelden steeds weer geschildert werden, door iedereen op een gegeven moment. Sommige van die fenomenen verschijnen in voorspelbare, vaste volgorde, sommigen zijn los van elkaar en komen op een eigen moment. Zo als een kind vanzelf gaat lopen en spreken, zo verschijnen ook op een gegeven moment deze vormen vanzelf op het papier. Het is een organische ontwikkeling.
Uiteindelijk bracht Arno Stern zo’n 70 fenomenen in kaart die bij iedereen op een gegeven moment op het papier zullen verschijnen. Hij noemde ze de Formulering.
“Ik was nergens naar op zoek. Maar ik zou wel stekeblind moeten zijn geweest als ik het niet had opgemerkt.”
“Toen de verschijnselen die deel uitmaken van de Formulering mij duidelijk begonnen te worden, had ik niet onmiddellijk deze benoeming gevonden om ze aan te duiden. Mijn benadering was niet die van een onderzoeker die probeert de juistheid van een hypothese te bewijzen. Maar als bijna dagelijkse getuige van deze manifestaties bij een groot aantal mensen, vond ik haar zonder te zoeken.”
Later begon Arno Stern trainingen aan te bieden. Daarbij gaf hij inzicht in het enorme archief van de Closlieu – waarachtig en verborgen schatkamer. De Formulering te zien is niet erg moelijk. Maar wie ze eenmaal kent, zal het pijnlijk vinden om ze tegen te houden.
Arno had tot 2020 zijn Closlieu in Parijs en gaf tot zeer hoge leeftijd zijn trainingsen. Nu wordt het Arno Stern Institut gerund door zijn familie. Over de hele wereld zijn er Closlieus te vinden en zijn werk is in vele talen vertaald – behalve Engels en Nederlands, vandaar dat het hier nog niet zo bekend is.